7245 XA Laren Gld.
Tel. 06 53 833 655
info@hofstedeantiek.nl
Bank nr.: NL30 RABO 0146261062
In een wereld waar duurzaamheid en bewust consumeren steeds belangrijker worden, is antiek niet langer een curiositeit uit het verleden – het is een waardevolle en circulaire keuze voor het heden. Steeds meer interieurliefhebbers ontdekken de kracht van antiek als alternatief voor massaproductie en als unieke toevoeging aan moderne woonruimtes.
Antiek is per definitie circulair: het bestaat al tientallen of zelfs honderden jaren, en wordt telkens opnieuw gebruikt zonder dat er nieuwe grondstoffen of energie nodig zijn voor de productie. In tegenstelling tot veel hedendaagse meubels – die vaak slechts enkele jaren meegaan – zijn antieke stukken duurzaam in constructie én gebruik.
Langere levensduur door ambachtelijk vakmanschap.
Geen afvalproductie, want het object blijft in de kringloop.
Geen uitstoot bij hergebruik (transport buiten beschouwing gelaten).
Lokale aankoop via antiekzaken, markten of erfstukken stimuleert de circulaire economie.
In een tijd waarin de woninginrichting bijdraagt aan de ecologische voetafdruk, biedt antiek dus een stijlvol én verantwoord alternatief.
Het beeld dat antiek stoffig, donker of ouderwets is, wordt steeds meer losgelaten. De huidige interieurbouwers, stylisten en huiseigenaren zien antiek als een manier om karakter, contrast en warmte toe te voegen aan strakke of minimalistische ruimtes. Denk aan:
Een antieke houten kast in een modern Scandinavisch interieur.
Een barokke spiegel boven een strakke wastafel.
Oude portretten of stillevens als kunstaccent in een hedendaagse woonkamer.
Art deco fauteuils in een industrieel loft-appartement.
Juist de combinatie van oud en nieuw zorgt voor diepte en persoonlijkheid. Het maakt een huis ‘geleefd’, zonder in te leveren op stijl of functionaliteit.
Upcycling van antiek, waarbij meubels een nieuwe kleur of functie krijgen.
Mix & match: antiek combineren met moderne verlichting of stoffen.
Minimalistisch met een twist: één antiek pronkstuk als eyecatcher.
Duurzaam decoreren met erfstukken of tweedehands vondsten.
Antiek is méér dan nostalgie – het is een duurzaam statement. Elk stuk vertelt een verhaal, en draagt bij aan een interieur dat niet alleen mooi, maar ook verantwoord is. Door te kiezen voor antiek geef je betekenis aan je leefomgeving én lever je een bijdrage aan een circulaire toekomst.
Degué ofwel David Gueron
David Gueron (1892-1950) was de oprichter van het merk 'Degue', de handtekening 'Degue' bestaat uit de fonetische combinatie van de eerste letters van zijn voor en achternaam samen. Gueron is geboren in Turkije en is met de 1e WO naar Europa gekomen als soldaat. Hij is in de 1e WO gewond geraakt en heeft om die reden het leger moeten verlaten.
Gueron hield zich in de jaren 20 van de vorige eeuw bezig met het vervaardigen van glaswerk te Compiegne net boven Parijs. In 1925 is er in Parijs de 'Exposition Art Decorative' en besluit Gueron zich in Parijs te vestigen met een fabriekje en een winkel. Gueron staat vooral bekend om het gebruik van zijn kleur in het glas, na 1930 wordt het gebruik van kleur minder en de ontwerpen ingetogener.
Gueron is tijdsgenoot van: Daum, Muller (frere), Maynadier en Schneider. Met Schneider heeft hij een lange juridische strijd gevoerd (1926-1932). Schneider beschuldigde Degue van plagiaat. Beide bedrijven stonden aan de rand van de afgrond na deze juridische strijd die veel geld gekost heeft.
De grootste opdracht die Degue heeft gehad was het vervaardigen van een aantal glazen muur decoraties voor de Franse oceaanliner Normandie. Een groots, prestigieus, luxueus Frans schip dat vele beroemdheden heeft vervoerd tussen Frankrijk en Amerika, geheel ingericht in Art-Deco stijl. Vooral de 1e klas eetsalon moet een lust voor het oog zijn geweest.
Een klein deel van het vervaardigde glaswerk draagt ook werkelijk de handtekening GUERON in hoofdletters, De meeste dragen de handtekening Degue, met hoofdletter D en de rest kleine letters. Er zijn ook stukken te vinden gesigneerd met 'Muller Straatsburg', vooral in de periode rond 1926. Dit werk is verkocht en vervaardigd voor een leverancier in Straatsburg met de naam Muller.
Gaetano Sciolari
'Het familiebedrijf Sciolari Illuminazione Roma, opgericht in 1892 door vader Sciolari te Rome Italië.
Angelo Gaetano Sciolari nam het bedrijf in 1949n over 1949 van zijn vader. Angelo Gaetano was toen 22 jaar en net afgestudeerd aan de faculteit architectuur in Rome. Hij droomde eigenlijk van een carrière als filmregisseur en was net begonnen aan zijn opleiding toen zijn plannen een andere wending namen door het vrij plotseling overlijden van zijn vader.
Angelo was zeer ambitieus die zijn kennis van architectuur en zijn interesse in de filmwereld (Hollywood style) bundelde om het familiebedrijf en haar producten naar hogere sferen te tillen. Dat is hem dan ook aardig gelukt. Reeds in 1954 won hij met zijn nieuwe verlichtingsontwerpen voor het familiebedrijf een doorslaggevende designwedstrijd. tegelijkertijd veroverde hij naast de Italiaanse / Europese markt ook de Amerikaanse markt.
'Sciolari goes Hollywood' zou het geklonken hebben bij de familie. Maar dan niet op het witte doek maar in de catalogussen van Amerikaans verlichtingsgigant Lightolier. Zo werd Sciolari in de jaren 50 de eerste Italiaanse verlichtingsfabrikant op de Amerikaanse markt. Op deze manier vond hij toch zijn weg naar het internationaal filmdoek maar dan met zijn ontwerpen. Zo verschenen zijn armaturen in series als 'Dallas' 1983, de Britse Sci-Fi series 'Space' 1999.
Verder richtte hij ook de 'association of Italien manufacturers of lighting fixtures Milano' op en was de voorzitter hiervan. Vandaag de dag is deze associatie nog zeer actief in Italië.
Hij kreeg ook designopdrachten voor Stilnovo Milaan, Stilkronen Firenze, Progress Lighting (VS), Helestra en Leola (West-Duitsland), Lyfa (Denemarken) en men spreekt ook over S.A. Boulanger te België.
Angelo Gaetano Sciolari was duidelijk geïnspireerd door de atomenstructuur (zie bijvoorbeeld het Belgisch Atomium, atoom Fe, ijzer) en de toenmalige modernistische architecturale invloeden waaronder het kubisme, geometrie en de 'Space Age' invloeden en wellicht ook de grootheidswaanzin van de Amerikanen.
Müller et Freres,
De familie Muller, komt van origine uit Kalhausen (Moselle), zij zijn in 1870 verhuisd naar Lunéville.
Aldaar treden de drie broers, Henri, Désiré en Eugène Muller, in dienst als leerling glasgraveur-glasdécorateurs bij Émile Gallé.
In 1897 echter, besluit Henri Muller Émile Gallé te verlaten en zijn eigen glasatelier te starten.
Henri begint in Lunéville zijn atelier waar hij wordt vergezeld door zijn broers en later ook zijn vader en zijn zus en wordt aldoende de directe concurrent van Émile Gallé.
Dit zint Emile Gallé natuurlijk helemaal niet, want hij is nu niet alleen een van zijn beste werknemers kwijt maar met hem natuurlijk ook alle zijn bedrijfsgeheimen en specialistische kennis. Hij koesterde grote wrok ten aanzien van Henri Muller schrijft hij een aantal jaren voor zijn dood (1904), “Die onverlaat heeft al mijn geheime notities en recepten meegenomen en overgeschreven uit mijn boeken met zijn roversbende!’’
In het begin wordt het glas van Muller geblazen in hun atelier in Croismare, in de Gobeleterie Hinzelin, waarna ze werden gedecoreerd in Lunéville. Een tweede glasatelier werd in 1910 geopend in Lunéville. Deze twee ateliers specialiseerden zich in de glaskunst. Vele stukken werden er gemaakt van uitzonderlijk hoge artistieke en technische kwaliteit; een kwaliteit die de kwaliteit van Gallé in Nancy zeer dicht benaderde.
De productie bestond grootdeels uit “verre multicouche” glas dat uitmeerdere lagen is opgebouwd, in vorm gebracht op de schijf of werd geëtst, voorzien van natuurlijke voorstellingen (Vogels, Vlinders, Bloemen). De topstukken worden afgewerkt met een polijstproces in het vuur wat ze een bijzonder fraaie glans geeft.
Het bedrijf Muller wordt zeer succesvol en telt in de topjaren 300 medewerkers.
De ontwerpen verschuiven steeds meer naar de Art-Deco stijl die in de twintiger jaren als de nieuwe stijl geldt. Er worden veel plafonnieres en glazen koepels gemaakt, onder andere in gemarmerd glas. De toepassing van persglas geeft in deze periode ook weer nieuwe kansen.
De armaturen worden in deze periode gemaakt van brons, messing of smeedijzer.
Als gevolg van de grote crisis moet de fabriek in 1936 helaas haar deuren sluiten.
Signatures
De stukken worden op verschillende manieren gesigneerd:
Helaas hebben inmiddels oplichters ook goed gekeken naar deze producten en voorzichtigheid is dus geboden! Sinds een jaar of twintig circuleren er falsificaties op de markt met redelijk tot goed gelijkende signatures.
Onder de gewone houtworm verstaat men de larve van de keversoort Anobium punctatum Degeer. De larven van deze leven ca. 3 jaar in het hout, waar ze door hun vreterij aanzlienlijke schade kunnen aanrichten. Deze keversoort komt zeer algemeen in ons land voor.
De larve van de houtwormkever is vaalwit van kleur en kan tot 7 mm lang worden. De larven maken gangen, zowel in naald- als in loofhout soorten. Meestal wordt alleen het spinthout aangetast. Er bestaat een voorkeur voor hout, dat gedurende langere tijd in dezelfde positie blijft en enigszins vochtig is. Dus kunnen belangrijke aantastingen vooral optreden in vertrekken die weinig worden gebruikt. Ronde gaatjes met een doorsnede van 1-2 mm duiden op de aanwezigheid van houtworm. Uit die gaatjes zijn de kevers gekomen (mei t/m augustus) die in grootte variëren van 3-6 mm en gewoonlijk chocolade bruin van kleur zijn. De vorm (doorsnede) is rond. De kop van het kevertje gaat grotendeels schuil onder het halsschild. Een bevrucht wijfje legt 20 tot 60 eieren. De eieren worden afgezet in groepen van 3 à 4 in naden en kieren van het hout en ook wel in de oude uitvliegopeningen en gangen. De eitjes zijn ovaal van vorm, witachtig en 0,3 bij 0,5 mm. Uit de eitjes komen de larven die zich invreten in het hout.
Hout kan men met (kwalitatief goede) was, verf, vernis, beits of lak preventief behandelen tegen een aantasting door de gewone houtworm (voorzover niet reeds eitjes of larven in het hout aanwezig zijn). Als het hout rondom is voorzien van een goed aaneengesloten dekkende laag, is het beschermd tegen aantasting door houtaantastende insecten.
Het verdient aanbeveling openhaard en kachelhout uiterlijk eind april niet meer in de woonvertrekken te bewaren; dit kwlitatief slechte hout is een zeer prettige leefomgeving voor de houtworm. Het kevertje vliegt rond deze periode uit en zal dan op zoek gaan naar een plekje om eitjes te leggen en om het hele proces opnieuw te laten beginnen.
Alvorens tot een bestrijding kan worden overgegaan, dient eerst te worden vastgesteld of men te doen heeft met een actieve aantasting. Dit is het geval als er vers houtmeel uit de gaatjes komt. Als dit is geconstateerd, kan men overgaan tot bestrijdingsmaatregelen. Bij ernstige aantasting (bijv. ernstige verzwakking van delen van uw meubel), valt te overwegen deze delen te (laten) vervangen en de aangrenzende delen te behandelen. Voordat het bestrijdingsmiddel wordt aangebracht moet het hout zoveel mogelijk stofvrij worden gemaakt; oude verf-, beits of laklagen dienen eerst met een krabber of staalborstel o.i.d. te worden verwijderd. Het heeft geen zin om geverfd of gebeitst hout te behandelen. Het insecticide dringt dan niet in het hout door.
Middelen op basis van cyfluthrin, deltamethrin of permethrin zijn deugdelijk voor de bestrijding van houtaantastende insecten en weinig giftig voor zoogdieren.
Tijdens de behandeling goed ventileren en gedurende 2 maal 24 uur niet in de behandelde ruimte verblijven, ook de dieren niet.
Het bestrijdingsmiddel kan het best worden aangebracht met behulp van een zgn. lage druk spuit (onkruidspuit) of een kwast.